Kintaro het gouden kind
Kintaro is een personage uit de Japanse folklore dat wordt gekenmerkt door zijn enorme kracht. Er was eens een mollige, onvermoeibare en gezonde jongen. Hij droeg een slabbetje met het Chinese ideogram ‘goud’ en droeg altijd zijn bijl bij zich. Hij woonde met zijn moeder in het bos op de Kintoki-berg, waar hij met zijn dierenvriendjes speelde. Hij was alleen in staat bomen te ontwortelen en stenen te breken. Als volwassene begon hij met vechtsporten en was een erkend en gerespecteerd leider. Er is een heiligdom gewijd aan Kintaro in de buurt van Tokio: er is een enorme rots die in tweeën is gespleten, naar verluidt het werk van het Gouden Kind.
Okiagari-koboshi betekent letterlijk ‘kleine staande monnik’. Dit is een traditionele Japanse pop gemaakt van papier-maché. Hij is zo ontworpen dat hij altijd terugkeert naar de verticale positie, zelfs als je hem opzij probeert te kantelen. Okiagaris maken al lange tijd deel uit van het Japanse kinderspeelgoed; Ze werden al genoemd in sommige geschriften uit de 14e eeuw. Tijdens de Tokaichi- of Tiende Dagmarkt laten klanten een paar poppen tegelijk los en de poppen die blijven staan, zouden geluk brengen.
Ze symboliseren ook doorzettingsvermogen en weerstand bij tegenslag. Denk aan dit oude Japanse spreekwoord: “7 keer val ik, 8 keer sta ik op.” Volgens de traditie wordt er voor iedere persoon in het gezin een pop gegeven plus één, in de hoop dat er in de loop van het jaar een baby geboren wordt.