Barokke stad
Met Rubens, Van Dijck en Jordaens is Antwerpen ongetwijfeld de hoofdstad van de barok ten noorden van de Alpen. Schilderijen, kostbare kunstkabinetten, de beste clavecimbels en rijkelijk geïllustreerde religieuze boeken vinden daarvandaan hun weg naar de rest van Europa en de Nieuwe Wereld. Barokkerken en stadspaleizen getuigen van de weelde in de stad. En dan hebben we het niet eens over de talrijke 'Spaanse' poortjes die de toegang tot de luxueuze woningen van burgers omlijsten.
Maar de medaille heeft een keerzijde. Antwerpen is na 1585 niet langer dé handelsmetropool van het Westen - die rol is overgenomen door Amsterdam. De helft van de bevolking is weggetrokken. Tot 1648 woedt de oorlog tussen de Zuidelijke, Spaanse Nederlanden en het onafhankelijke, protestantse Noorden. Het wapengekletter dwingt de overgebleven Antwerpse kooplui tot veel inventiviteit.
De Franse legers van Lodewijk XIV duwen Antwerpen vanaf 1650 helemaal kopje onder. Antwerpen wordt een provinciestad. Maar dan wel een waar toeristen zich komen vergapen aan de fabelachtige kunstcollecties en zich verwonderen over de fraaie, maar verlaten straten.
Jan Lampo, 168 pagina's, Nederlands, 24 x 17 cm, Amsterdam University Press, Softcover