Henri De Braekeleer
1840 - 1888
In 1872 bezocht Vincent van Gogh – toen nog een jonge medewerker van de kunsthandel Goupil & Cie – de grote driejaarlijkse zomertentoonstelling in Brussel. Hij werd er getroffen door drie “prachtige” schilderijen van de hand van Henri De Braekeleer. Van Gogh noemde zijn werk “curieus mooi”, en de kunstenaar “een fameus kolorist” die “niet bang is voor een franke techniek” en die “rigoureus analyseert – Manet-achtig, althans even oorspronkelijk als Manet”. Van Goghs grote belangstelling voor de kunstenaar is tekenend voor de houding van de avant-garde. Zij herkende in De Braekeleer een voorloper die zich van de klassieke artistieke conventies wist te bevrijden.
Vandaag is er nood aan een hernieuwde kennismaking met De Braekeleer, die in het verleden vaak eenzijdig werd voorgesteld als een miskend genie. Het Musée Rops in Namen brengt deze herfst de eerste retrospectieve over De Braekeleer sinds 1988 en toont naast een reeks klassiekers ook onbekend werk uit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in Brussel, het Musée des Beaux-Arts in Tournai en verschillende privéverzamelingen.
Herwig Todts, 440 pagina's, Nederlands | Frans, 32,5 x 24,5 cm, Ludion, Hardcover