Niemandsland/overkant
In 2002 publiceerde Tom Lanoye Niemands Land, een bejubelde bloemlezing en bewerking van de elegische gedichten van War Poets uit WO I als Wilfred Owen, Rupert Brooke en Ivor Gurney. In de opvolgbundel Overkant (2004) maakte Lanoye duidelijk dat 'the literary war' ook grote Franse, Duitse, Russische, Italiaanse en Hongaarse poëzie heeft opgeleverd. Beroemde dichters als Majakowski, Trakl, Apollinaire, Stramm, Marinetti en Ungaretti lieten zich door het krijgsgeweld inspireren. In tegenstelling tot de War Poets zetten zij de industriële vernieuwing van het oorlogsbedrijf om in literaire vernieuwing. De Groote Oorlog werd zodoende zelfs de bakermat van de moderne literatuur. Beide bundels, Niemands Land en Overkant, zijn in deze band eindelijk samengebracht. Al gaat het om gedichten van zeer uiteenlopende stijl en strekking, in de bewerkingen van Lanoye lijkt het alsof ze zijn geschreven door slechts één naamgenoot van hemzelf. Een Vlaming uit dat tijdvak, die in één grote, samenhangende bundel zijn wanhoop uitschreeuwt - weliswaar via geleende gedichten. London en the Thames worden Gent en de Leie, Sussex wordt het Soete Land van Waas. Dankzij dit dichterlijke spel hevelt Lanoye oorlogslyriek over van de ene naar de andere taal, van de ene naar de andere biotoop. Zodoende creëert hij, op bescheiden schaal, een tot nu toe ontbrekend literair geheugen. Want op Paul van Ostaijens jeugdwerk na kent de Nederlandstalige literatuur verrassend weinig werk dat dateert uit WO I.
Tom Lanoye, 192 pagina's, Nederlands, 23 x 16 cm, Prometheus Uitgeverij, Softcover